zaterdag 28 oktober 2006

Ik heb ook een droom

Twee weken geleden werd er in de Parousia Gemeente in Gouda een video gedraaid van Martin Luther King. Hij had een droom.



Ik heb ook een droom als het gaat om de kerk. Zomaar een paar:
  1. Jezus volgen is haar passie!
  2. Niet de kerk, maar het koninkrijk van God staat centraal.
  3. De kerk is missionair vanuit haar genen. Zij zendt niet, maar is gezonden.
  4. De kerk is een kerk zonder muren. Dat wil ook onder andere zeggen dat postmoderniteit niet alleen als bedreiging, maar ook als uitdaging wordt gezien.
  5. Gemeenschap is de kerk.
  6. De kerk weerspiegelt haar verleden in de breedste zin van het woord.
  7. Transformatie van levens staat voorop.
Wat is jouw droom?

Waar begint de kerk?

De kerk begint op de eerste Pinksterdag toen de Heilige Geest werd uitgestort (Hnd2:1-13). Jezus beloofde dat de Heilige Geest zou komen en dat de discipelen kracht zouden ontvangen. Dat deze kracht zichtbaar is in de beginnende kerk is overduidelijk (Hnd5:12-16). Het feit dat de Heilige Geest aan het begin staat van de kerk is van eminent belang. De Heilige Geest leidde niet alleen toen, maar ook nu mensen naar de kerk, lees 1Kor12. De Heilige Geest gaat aan de kerk vooraf: zij bewerkt dat er een kerk ontstaat.

Het ontstaan van de kerk is beschreven in het Nieuwe Testament. Wat is de relatie tussen de kerk en het Oude Testament? Dat vergt een complex antwoord, omdat je de relatie tussen de kerk en het volk Israël helder moet krijgen. Ik begin bij het laatste. Het volk Israël is het door God uitverkoren volk. God geeft vorm aan deze speciale relatie door een verbond. Een verbond is een overzicht van afspraken. God beloofd het volk te zullen zegenen als het het verbond houdt, Hij straft als ze dat niet doen (Deut28). De regels zijn de wet van God. Dat lijkt een last, maar Paulus zegt tegen de Romeinen dat het een voorrecht is (Rom9:1-5). Door deze regels blijkt dat God het beste met dit volk voorheeft. Het is een gunst. Ze waren bedoeld om goed te leven (Deut4:40). Het blijkt dat Israël vaak afdwaalt en de regels niet opvolgt. Profeten komen en gaan om Israël er op te wijzen dat ze naar God moeten terugkeren. Het mag niet baten. Dan komt de straf. Het gehele volk wordt weggevoerd. In verschillende fases vindt er deportaties plaats naar wat nu Irak is. Lees Ps137 hoe dat heeft gevoeld.

Toch is er hoop. De profeten beloven dat er een trouwe rest zal zijn waarmee God door zal gaan (Amos9:11, Micha5:4). Het wil niet zeggen dat het volk heeft afgedaan, maar dat God iets nieuws begint (de plaats van Israël in deze tijd is een andere discussie). Over deze trouwe rest heeft Jakobus het in Hnd15. De gemeente ontstaat uit deze trouwe volgelingen. Tussen Israël en de gemeente is er dus continuïteit. De trouwe rest is de verbindingsschakel. Er is ook discontinuïteit, want Israël en de gemeente zijn niet aan elkaar gelijk, God begint iets nieuws. Paulus spreekt dan ook over een nieuw verbond (2Kor3). Jeremia had dat al voorspeld in Jer31:32-33. Het gaat bij dat nieuwe verbond niet meer om de regels, maar om dat wat er in je hart afspeeld. En daar werkt de Heilige Geest en zijn we weer bij het begin aangeland.

Hiermee is ook de eerste vraag beantwoord. Er is zowel continuïteit als discontinuïteit. In de volgende 'post" wil ik gaan kijken naar de basis van de gemeente. Wanneer spreek je van een kerk?

maandag 23 oktober 2006

Doe de deur van de kerk even dicht

Steeds weer opnieuw merk ik dat christenen geen helder beeld hebben van de kerk. Als iemand zegt: "we gaan naar de kerk", dan vraag ik mij af of ze begrijpen wat ze daarmee zeggen. Deze uitspraak is per definitie al onjuist, maar dat terzijde. Daarom wil ik mijn eigen theologische visie op de kerk nog eens overdenken, omdat ik voor mijzelf helder voor ogen wil hebben wat ik nu met het woord "kerk" bedoel. De komende blogs dus mijn zoektocht.

zaterdag 21 oktober 2006

Jezus maakt gelukkig

Er zijn momenten tijdens college dat er uitspraken van profs blijven hangen. Deze maanden heb ik verschillende colleges gehad van Dr. Van de Beek. Hij is decaan van de theologische faculteit en oprichter van het IRTI (heeft te maken met onderzoek in de reformatorische theologie). Deze week hadden we het over de eschatologie (leer over de toekomst). Hij zei tijdens dat college dat Jezus' troon ten diepste het kruis is. Jezus regeert vanaf het kruis. Dat betekent dat wat Jezus voor de mensheid heeft gedaan in essentie zichtbaar is aan het kruis. Daar werd Hij verworpen en voor iedereen ten toon gesteld.

Daar heb ik nog steeds moeite mee. Ik heb geen moeite met dat wat Van de Beek over Jezus en het kruis zegt, maar dat het daar stopt. Immers Jezus staat ook op de dood en zit naast God de Vader. Deze drie elementen moeten als één geheel worden bekeken: dood, opstanding en verhoging.

Maar dat even terzijde. De tweede stap die hij maakte, is deze. Jezus volgen is hetzelfde lijden ondergaan als Hij. Dat wil bijvoorbeeld zeggen: niet begrepen worden door de mensen om je heen die geen christen zijn, een buitenstaander zijn, allerlei informatie over je heen krijgen die anti-christelijk is en in sommige gevallen ook lichamelijk lijden. Maar, zei hij, dat is nog niet eens het ergste. Uitgespuwd worden door de maatschappij, dat komt hard aan. Dat komt overeen met de ervaringen van Jezus (neem je kruis op...) en Paulus (lees maar in 2Kor11 wat hij heeft meegemaakt als volgeling van Jezus) en de martelaren in Opb6:10.

Ik ben daar nog steeds over aan aan nadenken. Het is enorm blijven hangen. Deze week keek ik ook even naar TBN, een charismatisch kanaal dat hier op de kabel zit. Van verschillende mensen hoorde ik dat zij door Joyce Meyer waren aangesproken. Dus om negen uur 's ochtends deed ik de tv aan om eens te horen wat ze zei. Zij zegt totaal iets anders dan Van de Beek. Al je christen wordt, zei Meyer, dan krijg je succes, geld, een goede baan, goede relaties, enz. Een quote van Meyer die ik vond in een blog en die haar uitspraken van afgelopen week ondersteunen: “Who would want to get in on something where you’re miserable, poor, broke and ugly and you just have to muddle through until you get to heaven?” Er zijn heel veel christenen die Jezus volgen omdat ze er beter van worden. En dat belooft Joyce Meyer ook. Is het daarom zo dat Meyer meer en meer gelezen wordt en haar programma zo populair is? Vindt er een opleving plaats van het welvaartsevangelie?

Dat vind ik in het geheel niet terug in de bijbel. Veel christenen volgen Jezus niet omdat Jezus God is. Omdat God deze hele wereld gemaakt heeft en er in al Zijn glorie boven staat. Omdat we niet van onszelf zijn, maar van Hem. Hij heeft ons gemaakt. Daar ligt volgens mij het wezen van het christen-zijn. En als we Jezus volgen dan zijn we kruisdragers in deze wereld. Hoe vaak heb ik ook niet gezegd tegen niet-christenen dat wanneer je christen wordt je het eeuwig leven krijgt. Is dat waar het om gaat? Dat je er wat voor terug krijgt? Nee, zegt van de Beek. En daarin sluit ik me bij hem aan. Ik wil Jezus volgen omdat Jezus Jezus is.

zondag 15 oktober 2006

Theologie is de basis

Het doet me goed dat er meer en meer mensen theologie als de basis zien van al ons praktisch handelen in de kerk. Stuart Murray stelde het zelfs als voorwaarde voor een geslaagd gemeentestichtingsproject. Ik zie zoveel pragmatisme in evangelisch Nederland zonder dat van het handelen in de kerk theologische verantwoording wordt afgelegd. Een tijdje terug las ik nog ergens dat iemand zei: "Ga toch aan de slag, anders komt er nooit wat van." Soms hebben theologen een dergelijke reactie aan zichzelf te danken. Theologische denken blijft heel vaak boven de mensen zweven en raakt de praktijk niet. Het is teveel studeerkamer-theorie. Iemand zei eens tijdens college: "Al het theologisch sinaasappelschil dun pragmatisme dat uit de VS komt overwaaien werkt, het theologisch zwaargeschut dat de theologen in Nederland over het algemeen produceren kan vaak moeilijk vertaald worden naar de praktijk van alle dag." Daar moet wat aan gedaan worden. Gelukkig dat het besef groeit dat theologie nodig is. Theologie die werkelijk in de dagelijkse praktijk staat. Dan schiet je doel niet voorbij.

Murray zei ook nog het volgende: "Iemand die geen goede theologie heeft, is na twee jaar uitgeput." Dat is het laatste wat ik voor mijzelf als toekomst zie. Daarom studeer ik nog wat langer op een emerging ecclesiologie die de toets van de postmoderne tijd kan doorstaan.

woensdag 11 oktober 2006

Doe toch eens wat!!

De afgelopen keren heb ik het gehad over de dienende leider. Dat leiderschap een hekel punt is binnen "emerging churches" benadrukte Stuart Murray op een studiedag van gemeentestichters in Den Haag. Hij beaamde dat de definitie van leiderschap een moeilijk punt gaat worden in de toekomst. Dienend leiderschap is in heel veel kerken nog gewoon leiderschap met een ander sausje. In de praktijk verandert er weinig. De theorie en de praktijk zijn ver van elkaar verwijderd. Laat ik het met een voorbeeld duidelijk maken.

Een aantal leiders in een willekeurige gemeente, laten we zeggen twee oudsten, willen graag dat er een nieuw team in het leven geroepen wordt. Dit team moet ervoor zorgen dat nieuwe mensen in de wijk een welkomspakketje ontvangen en dat ze uitgenodigd worden voor een dienst op zondag. Ze vragen een aantal mensen en stellen een brainstorm voor. Er wordt hard nagedacht en uiteindelijk komt er een plan uit. Ondertussen hebben de oudsten hard gewerkt aan het "ownership" van het project bij de drie toekomstige teamleden. Op een gegeven moment gaan ze helemaal ervoor en zien het helemaal als hun taak. Drie maanden later wordt het eerste pakketje bezorgd.

Is er hier sprake van dienend leiderschap? Volgens mij niet. Het initiatief ligt nog steeds bij de mensen hogerop in de hierarchie. Zij bedenken een plan, maar laten de uitvoering over aan mensen die het uiteindelijk moeten doen. Het initatief ligt nog steeds niet bij het "gewone" gemeentelid. Dat is ook direct het meest moeilijke. Leiders vinden het lastig om initiatief los te laten en anderen te enthousiasmeren met plannen te komen en ze ook daadwerkelijk uit te voeren. Leiders willen toch graag de controle behouden. Dit is dan ook één van de kernvragen: moet de leider de controle houden? Een volgende keer daar meer over.

dinsdag 3 oktober 2006

Dienend leiderschap (2)

Eerder heb ik het gehad over dienend leiderschap in een grote gemeente. Ik zei toen dat het waarschijnlijk erg moeilijk is om de hele (grote) gemeente te dienen als je de mensen niet kent. In dergelijke gevallen moeten constructies bedacht worden om elkaar te dienen. Daar wil ik het even bij laten. Zo zie ik aan tegen dienend leiderschap:
  1. Een dienend leider heeft op regelmatige basis contact met "zijn" of "haar" mensen. Dienende leiders zijn relatiebouwers. Jezus deed dat met zijn 12 discipelen.
  2. Een dienend leider faciliteert. Dat wil zeggen dat een leider de mogelijkheden schept voor iemand anders om goed te functioneren. Lees maar eens wat Barnabas doet bij Paulus.
  3. Dienende leiders vinden het niet erg dat anderen hen voorbij streven. Doel moet steeds zijn zichzelf overbodig te maken. Zie ook weer Paulus en Barnabas. Barnabas schuift langzaam naar de achtergrond.
  4. Een dienend leider probeert samen met anderen doelen te stellen. Doelen worden niet van bovenaf gedicteerd. Doelen komen samen tot stand. Dat wil niet zeggen dat doelen stellen een eeuwigdurend proces wordt, maar dat samen naar een oplossing wordt gezocht.
  5. Een dienend leider is een goed voorbeeld. Een dienend leider kan leiding ontvangen van een andere leider. Hij/zij voelt zich niet benadeeld daardoor.
Heb je nog meer kenmerken?

maandag 2 oktober 2006

Dienend leiderschap

Dit thema maalde dit hele weekend door mijn hoofd. Wat is dienend leiderschap? De één zegt dat het niet mogelijk is, de ander noemt het de nieuwste trend. Tijdens de Willow conferentie kwam het ook aan bod. Allerlei bijbelteksten en leiderschapsprincipes passeerden de revue, maar waar het werkelijk om ging, kwam volgens mij niet aan bod. Het raakte de kern niet. Dat kan ook niet, want dienend leiderschap in een kerk waar heel veel mensen elkaar niet kennen, is bijna een onmogelijkheid. Want wie moet je nu eigenlijk dienen?

Natuurlijk, de Here Jezus diende mensen. Maar wat zegt dat voor de leider van vandaag de dag? Kan iemand die bovenaan de hierarchische structuur staat en bij wie alle touwtjes terecht komen, überhaupt een dienend leider zijn? Dienen door middel van toerusting en vorming was één van de voorbeelden. Ik stel mijzelf dan de vraag: in hoeverre is het dienend leiderschap van nu anders dan 50 jaar geleden? Toen deed men toch ook aan toerusting? De vormen waren anders, maar wat is het wezenlijke verschil?

Dienend leiderschap is gekoppeld aan persoonlijk contact. Dat is wat Jezus deed, drie jaar lang. Het is faciliterend bezig zijn. Jezus stuurde zijn discipelen er op uit. Niet vanuit de hierarchische lijn, maar vanuit gelijkwaardigheid. Dienend leiderschap in een mega-kerk vindt altijd plaats via de verticale gezagslijnen. De voorganger kan per definitie het gewone gemeentelid niet dienen, tenzij je de preek als dienend middel gebruikt. Maar dan kun je ook Calvijn een dienend leider noemen. En als je de geschiedenis een beetje kent, dan was hij een andere mening toegedaan.

Ik ben er dus nog niet over uit.