zaterdag 24 mei 2008

Antwoord aan Freek (1)

Freek stelde een tijdje geleden de vraag of de kerkelijke nieuwigheden van de “emerging church” mij met name aanspreken en vroeg daarnaast of ik niet moeite had met het gebrek aan orthodoxe, en met name dan de dogmatische, overtuigingen.

Ten eerste Freek een opmerking over orthodoxe overtuigingen. Wat ik heb ontdekt tijdens mijn onderzoek voor mijn thesis is dat de orthodoxie van de “emerging church” vaak op de korrel wordt genomen. De vraag die je stelt is een bekende vraag. Een directe tegenvraag van mijn kant is: wat zijn orthodoxe overtuigingen? Wanneer is een dogmatische overtuiging “recht in de leer”? Vaak hangt dat af van iemands achtergrond. Een baptist denkt anders over de doop dan een protestants iemand. Welke van de twee is dan recht in de leer? Iemand zal daarop al snel naar voren brengen dat de doop niet één van de kernovertuigingen is. De opstanding van Jezus bijvoorbeeld is dat wel. Daaruit kunnen we concluderen dat er overtuigingen zijn die onopgeefbaar zijn en overtuigingen die niet tot die kern behoren. Ik kom hier direct nog op terug.

Freek, een tweede opmerking gaat over de benadering van de “emerging church”. De kritiek op de “emerging church” komt in de VS met name vanuit conservatieve evangelicale hoek. Een schrijver als Dave Hunt veegt de vloer aan met zowel de “emerging churches” als de Rooms Katholieke Kerk, het lijkt zelfs zo te zijn dat hij beide kerkelijke groepen op één hoop gooit. Nu heb ik ook moeite met sommige dogmatische stellingen vanuit de Rooms Katholieke Kerk, maar de wijze waarop deze kerk door onder andere Dave Hunt wordt benaderd, is voor mij stuitend. Deze werkwijze wordt vaak ook toegepast op de “emerging church”, met name vanuit dus de conservatieve evangelicale hoek. Helaas Freek, is van enige nuance geen sprake. Juist deze houding stuit veel denkers en schrijvers binnen de “emerging church” tegen de borst. Ze ervaren dat het theologische korset dat door deze conservatieve evangelicale wordt neergezet ontzettend knelt. Voor sommigen is dat juist de reden geweest om de kerk te verlaten en zich aan te sluiten bij een geloofsgemeenschap waar meer vragen gesteld mogen worden. Binnen de “emerging church” is men er huiverig voor om radicale theologische antwoorden te geven die algemeen geldend zouden moeten zijn. Volgens hen moet er ruimte zijn voor gesprek. Deze openheid voor een dialoog schiet in het verkeerde keelgat van hen die wel een theologische zwart-wit benadering kiezen. Het lijkt wel of een open theologische houding als een bedreiging wordt ervaren (toen ik theologie ging studeren kon dat volgens sommigen niet in Utrecht of Groningen, je kon daar je geloof wel eens kwijt raken). Binnen de “emerging church” is er een open houding ten opzichte van theologie. Dat zet de deur open voor nieuwe ideeën. En daar is het veel mensen om te doen. Zie daar, het hellend vlak van de liberale theologie.

Freek, ik kom terug op de eerste opmerking. Wat is nu eigenlijk “recht in de leer”? Misschien kan jij daar eerst een antwoord op geven? Ik probeer daar in een volgende blogpost iets meer over te zeggen.

vrijdag 2 mei 2008

Lijderschap in de dop

Deze week hebben we ook een seminar over leiderschap. Het is nogal Amerikaans om dat via een acrostichon te doen (LEADERSHIP). Toch spraken een aantal van de besproken onderwerpen me aan. De eerste letter "L" staat voor Love of Liefde. Laat ik daar iets over zeggen. Liefde heeft te maken met relatie en met aandacht voor elkaar. Het is bijna een open deur dat leiderschap iets te doen heeft met relatie. Toch zie ik dan nogal eens fout gaan. Hoe?
  1. Een leider loopt mijlenver voor de groep uit. Op deze wijze zal een relatie nooit mogelijk zijn. Het hangt dan van de groep af of de relatie succesvol is. Zij moeten proberen de leider bij te houden. Zij vaak meer de rug van de leider dan de voorkant.
  2. De leider loopt achter de groep aan. De groep wordt dan een ongeleid projectiel. De leider wordt dan een volgeling en de wordt een deel van de democratie. Hij of zij is niet geschikt voor een dergelijk taak en leidinggeven wordt lijden.
Wil je een relatie met mensen aangaan, dan ik het nodig om zo nu en dan vooraan te staan, zo nu en dan dat ene schaap achteraan mee te nemen, maar meestal naast mensen staan om met het in contact te komen. Het is niet zozeer zeggen wat mensen moeten doen, maar in gesprek gaat met mensen, zodat het beste als discipel van Jezus uit hen naar boven komt. Dat is onze eerste roeping. Een leider zoekt naar mogelijkheid om deze eerste roeping in mensen tot bloei te laten komen. Leiders hebben vaak meer de tweede roeping voor ogen: de taak die we als beelddragers van God vorm mogen geven. De nadruk wordt dan gelegd op iemand gaven en talenten.

Ik zou willen oproepen om in relatie met de mensen die leiders leiden hen in de eerste plaats te laten groeien als discipelen van Jezus. Een evaluatievraag die ik weinig heb gehoord is deze: hoeveel mensen zijn deze zondag dichter bij Jezus gekomen?