zaterdag 27 mei 2006

Da Vinci Code


Ik ben gisteravond naar de film geweest. Als theoloog moet je de Da Vinci Code hebben gezien. Vind ik. Dus toog ik naar Rotterdam, want het schermpje in Gouda is me toch te klein. Ik hou van wat meer vierkante meters scherm voor mij geld. De opkomst viel mee. Ik had al een boek meegenomen om de tijd tot de volgende voorstelling te overbruggen, omdat ik dacht dat ik te laat zou zijn. Dat bleek niet jet gaval. Met storing en al in het computersysteem van Pathe, mocht ik er zo in. Wat vond ik van de film?

Op zich was het spannend, maar dat is een film al gauw in mijn ogen. Daarnaast was het allemaal nogal vlak. Ik heb Tom Hanks toch beter zien spelen. Soms was het een beetje te gemaakt allemaal. Als theoloog kromden mijn tenen soms in mijn schoenen. Natuurlijk weet ik dat Dan Brown iets anders denkt over het ontstaan van het christendom. Maar dat had ik al een jaar geleden in het boek gelezen. Nu ik het zag en acteurs nogmaals hoorde uitspreken, was het nog ongeloofwaardiger. Sommige dingen waren gewoon kletspraat. Ik begrijp dat wanneer je weinig van kerkgeschiedenis weet, dat je het allemaal zou kunnen aannemen als zoete koek. Maar als je iets heb meegekregen van de eerste eeuwen van het christendom, dan is deze film pure geschiedvervalsing.

Als voorbeeld wordt in de film en in het boek het concilie van Nicea (325) aangehaald. Daar zou Constantijn het christendom tot dominante godsdienst hebben gemaakt en een soort orthodoxe scheiding hebben gemaakt tussen dat wat wel en dat wat niet geloofd mocht worden. Dit concilie was een vergadering tussen christenen om te spreken o.a. over de natuur van Jezus. Er werden geen uitspraken gedaan over de relatie tussen "heidenen" en christenen, zoals Brown laat weten.

De film spreekt ook over de evangeliën. Alle evangeliën die niet aan de orthodoxe eis voldeden, werden buitengesloten. De evangeliën die we nu kennen, werden gezaghebbend. Daarmee werd onder andere het vrouwelijke uit de kerk gebannen. Immers in die evangeliën komt de vermeende relatie tussen Jezus en Maria Magdalena voor. Dit is niet waar. De evangeliën die we nu kennen, waren heel vroeg al gezaghebbend geworden en niet pas 300 jaar later. Als je de andere, vaak op veel fantasie gebaseerde evangeliën leest, dan begrijp je waarom. Het recent in het nieuws gekomen Evangelie van Judas past in dit genre dat behoort tot het gnostisme, een afwijkende stroming die in de eerste eeuw dergelijke werken voortbracht. Het zou eerlijk zijn om zo'n evangelie eens in het geheel te lezen en niet alleen de passages te gebruiken die "passen" bij de argumentatie. De haren rijzen he te berge als je sommigen hoort spreken over de vrouw. Helemaal geen vrouw-vriendelijke lectuur, zoals Brown lijkt te zeggen.

Verder zijn er verschillende andere missers is de film aanwezig. Een film die je moet zien om te ontdekken waar zoveel mensen naar willen kijken. Ook een film die de plank volledig misslaat.

Meer weten? Een paar websites met info:

woensdag 17 mei 2006

Breng veerkracht in je leven – Gordon MacDonald

Het boek dat Gordon MacDonald heeft geschreven is gebaseerd op ervaring. Het is dus geen studeerkamer kennis, maar is doorleefd. Het is een boek dat in de kern zegt: houdt vol, geef niet op. De eerste die dat tegen MacDonald zei was zijn atletiekcoach op de middelbare school. MacDonald was een niet onverdienstelijke hardloper. Zijn coach zag in hem een winnaar en maakte een trainingsplan dat op de dag nauwkeurig aangaf wat hij moest doen, wilde hij de eerste plaats halen op een atletiektoernooi. Het boek is aan deze ervaring opgehangen. Het was zijn coach die hem aanwijzingen gaf om niet te stoppen, maar het doel voor ogen te houden. Omdat MacDonald in zijn leven flink aan de grond heeft gezeten als voorganger toen hij net de dertig gepasseerd was, weet hij hoe het voelt om geen veerkracht te ervaren.

Die momenten hebben we allemaal wel eens. Het lukt niet, mensen werken niet mee, het groeit je boven het hoofd, noem het maar op. Het opvallende is dat hij niet een “how-to-do” boek schrijft. Dus geen raad om in dergelijke situaties het hoofd boven water te houden. En dat vindt ik het mooie aan dit boek. Het is geen handboek met tips. Hij beschrijft het karakter van mensen die in staat zijn om vol te houden. Hij spreekt dan ook niet over veerkracht op moeilijke momenten, maar over veerkrachtige mensen. Zoals ik zijn boek opvat is veerkracht iets dat je moet leren en waarin je kunt groeien.

Het boek is vlot geschreven en roept veel op. Het raadt aan om niet je omgeving, maar jezelf een spiegel voor te houden. Het is met name geschikt voor mensen die de drukte op zich af zien komen en dreigen daarin te verdrinken. Voor hen heeft MacDonald heel wat te zeggen. Eigenlijk zou je alles wat MacDonald schrijft, moeten lezen. En daar hoort dit boek zeker bij.