Het boek dat Gordon MacDonald heeft geschreven is gebaseerd op ervaring. Het is dus geen studeerkamer kennis, maar is doorleefd. Het is een boek dat in de kern zegt: houdt vol, geef niet op. De eerste die dat tegen MacDonald zei was zijn atletiekcoach op de middelbare school. MacDonald was een niet onverdienstelijke hardloper. Zijn coach zag in hem een winnaar en maakte een trainingsplan dat op de dag nauwkeurig aangaf wat hij moest doen, wilde hij de eerste plaats halen op een atletiektoernooi. Het boek is aan deze ervaring opgehangen. Het was zijn coach die hem aanwijzingen gaf om niet te stoppen, maar het doel voor ogen te houden. Omdat MacDonald in zijn leven flink aan de grond heeft gezeten als voorganger toen hij net de dertig gepasseerd was, weet hij hoe het voelt om geen veerkracht te ervaren.
Die momenten hebben we allemaal wel eens. Het lukt niet, mensen werken niet mee, het groeit je boven het hoofd, noem het maar op. Het opvallende is dat hij niet een “how-to-do” boek schrijft. Dus geen raad om in dergelijke situaties het hoofd boven water te houden. En dat vindt ik het mooie aan dit boek. Het is geen handboek met tips. Hij beschrijft het karakter van mensen die in staat zijn om vol te houden. Hij spreekt dan ook niet over veerkracht op moeilijke momenten, maar over veerkrachtige mensen. Zoals ik zijn boek opvat is veerkracht iets dat je moet leren en waarin je kunt groeien.
Het boek is vlot geschreven en roept veel op. Het raadt aan om niet je omgeving, maar jezelf een spiegel voor te houden. Het is met name geschikt voor mensen die de drukte op zich af zien komen en dreigen daarin te verdrinken. Voor hen heeft MacDonald heel wat te zeggen. Eigenlijk zou je alles wat MacDonald schrijft, moeten lezen. En daar hoort dit boek zeker bij.