Een vaak terugkomend thema in onze gemeente is: het groter worden in aantal en het daardoor niet meer in staat zijn alle mensen te kennen. “Het is niet zoals vroeger!”, zegt de ene oudgediende. “Het was als een warm bad, maar nu niet meer”, zegt de ander. Dat doet mij pijn, want de gemeente is juist dé plek waar je warmte mag ervaren. Een gemeente verandert, ook Parousia Gouda ontkomt daar niet aan. Toch is dat gevoel van “vroeger” niet iets dat ik zou willen verliezen. Ook ik herken iets van de opmerkingen. Ik zou er voor willen knokken om dat saamhorigheidsgevoel te behouden.
Als UT zoeken we steeds naar mogelijkheden om dat gevoel terug te krijgen door bijvoorbeeld taken zo te organiseren dat ze gezamenlijk gedaan kunnen worden. Het verspreiden van “The Story of Christmas” is daar een goed voorbeeld van. De kring waar ik bij hoor, de Achttienplus, wilde zelfs na de eerste keer nog een wijk voor haar rekening nemen omdat het gezellig is om het met elkaar te doen. Maar meer nog, omdat je samen de stad ingaat voor het evangelie van Jezus Christus. Verder hebben we in het UT een brainstorm over “gastvrijheid” gehad, waar jullie in de toekomst nog meer over zullen horen. Allemaal zaken die dat zo diep gevoelde saamhorigheidsgevoel willen en proberen te bevorderen. Toch zit er bij mij een soort onbevredigend gevoel, want “gemeenschap” of “saamhorigheid” kun je niet plannen of sturen. Activiteiten zijn daarvoor geen garantie. Eigenlijk zouden dergelijk acties niet nodig moeten zijn. Deze zaken kun je stimuleren, maar ze moeten eigenlijk in een gemeente ontstaan waar mensen zich willen inzetten om samen gemeente te zijn. Daarom denk ik dat “gemeenschap” begint bij ons allemaal persoonlijk. Bij mij en bij u of jou. Als de gemeente een kleiner aantal heeft, gaat het vanzelf. Ben je iets groter, dan moet je daar zelf meer aan doen. Ik heb een aantal zaken om een rij gezet, waarvan ik denk dat het ons kan helpen een stap verder te komen. Hoe kun je als grote gemeente toch “gemeenschap” ervaren?
1. Gemeenschap betekent dat je beschikbaar bent
Het betekent dat je tijd met elkaar doorbrengt. Tijd om eens door te praten. En dat kost tijd. Daar kun je voor kiezen of niet voor kiezen. In onze tijd slurpende maatschappij is dat ontzettend moeilijk. Toch is er geen andere weg. Het maken van tijd voor elkaar is geen garantie dat je “saamhorigheid” ervaart, maar het is wel een voorwaarde. In de gemeente waar ik ben geestelijk ben opgegroeid dronken we vaak koffie na de dienst. Sommigen vertrekken na de dienst snel naar huis. Blijf eens staan praten of begin er eens mee iemand uit te nodigen voor een bakkie op zondagochtend of middag.
2. Gemeenschap betekent kwetsbaar willen zijn
Kwetsbaar zijn wil zeggen dat we onszelf willen openen voor een ander. Als je altijd over koetjes en kalfjes praat, zul je nooit werkelijk gemeenschap ervaren. Het open zijn naar elkaar toe bouwt de gemeente, maar ook de wederzijdse gemeenschap. Dat betekent wederzijds open zijn over je sterke en zwakke punten, elkaar liefhebben, elkaar accepteren en vergeven. Dit gebeurt niet zomaar, daar gaat tijd overheen. Ik zou het zelfs vreemd vinden als iemand bij een eerste ontmoeting zijn hele ziel en zaligheid blootlegt. Dat lijkt mij een ongezonde situatie. Deze dingen vragen tijd, zodat je kan ervaren wat je wel en niet wil delen met elkaar. Er zijn geen regels voor. Maar als we nooit verder willen gaan dan de koetjes en de kalfjes, zullen we nooit werkelijk “gemeenschap” ervaren.
3. Gemeenschap betekent het leven delen
Dit slaat terug op beschikbaar zijn, maar gaat nog een stukje verder. We kunnen tijd met elkaar doorbrengen, maar mogen ook onze bezittingen delen. Hebt u wel eens wat uitgeleend aan een ander of gewoon uw bezittingen gedeeld? Of als u nood ziet, heeft u wel eens geprobeerd er iets aan te doen? Werkelijke gemeenschap is zichtbaar in onze agenda en op onze “bankafschriften”.
4. Gemeenschap betekent stabiliteit
Ik ontmoet wel eens mensen die in paar jaar drie of vier keer zijn verhuisd. Niemand kan een ander verbieden te verhuizen, maar “saamhorigheid” ontstaat door met elkaar een langere relatie aan te gaan. Relaties kosten tijd. Dat geldt ook voor het bezoeken van de diensten. Als we als gemeente daar trouw in zijn en er tijd voor nemen, kunnen we mensen vaker aanspreken en samen gemeente zijn. Wanneer iemand 1-2 keer per maand de diensten bezoekt, blijf je mijns inziens het gevoel houden gast in eigen gemeente te zijn. Dan bezoek je de gemeente, zonder te ervaren dat je de gemeente bent.
vrijdag 16 december 2005
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten