We horen in de laatste jaren een nadruk op een derde weg. Ouweneel spreek daarover in "De boodschap en de kloof", een publicatie van de EO uit 1997. Het zegt daar:
Ik ben er diep van overtuigd dat er een weg mogelijk is tussen het liberalisme enerzijds en het fundamentalisme anderzijds, met name als het om de Schriftbeschouwing gaat (De boodschap en de kloof, p64).Wat opvalt is dat Ouweneel het conservatieve kamp "fundamentalistisch" noemt. Ten tweede dat de Schriftbeschouwing door hem als een splijtzwam wordt gezien. Opmerkelijk is de reactie van John Franke op de ontwikkeling die Ouweneel schetst:
This conception of knowledge also significantly influenced the church as Christian leaders and thinkers reshaped their understanding of the faith in accordance with its dictates. In the nineteenth and twentieth centuries, the foundationalist inpulse produced a theological division between the “left” and the “right” among Anglo-Americans – liberals constructed theology upon the foundation unassailable religious experience while conservatives looked to an error-free Bible as the incontrovertible foundation of their theology. But in spite of their differences, we can see that while liberal and conservative Christians appeared to be going their separate ways throughout the twentieth century, both were responding in different ways to the same modern, foundationalist agenda. (John Franke in Brian McLaren, Generous orthodoxy, p15)Dave Tomlinson bevestigt deze analyse vanuit een Brits perspectief. Voor Tomlinson vinden zowel de liberale en de conservatief evangelicale tradities hun basis in de moderniteit. Beide richtingen accepteren de epistemologische veronderstelling dat waarheid verkregen wordt door wetenschappelijke of rationele kennis.
De evangelicale benadering vindt plaatst volgens Franke en Tomlinson vanuit een modernistische visie. Daarin verschilt ze dus niet met de liberale traditie. Een een volgende post meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten