vrijdag 12 januari 2007

Lumen Gentium (5): De kerk als volk van God

Naast het mysterie of geloofsgemeenschap wordt de kerk aangeduid als het volk van God. God brengt mensen samen als een volk van Hem. Het criterium voor het volk van God is heiligheid, de beantwoording van Christus. Heiligheid krijgt het primaat over bijvoorbeeld het doopsel. Het volk Israël is een voorbereiding op het ontstaan van de Kerk, Israël werd reeds in het Oude Testament de Kerk van God genoemd. De bijbelse basis of bewijsvoering vanuit Num20:4 en Deut23:1 is echter flinterdun. In het Nieuwe Testament is de Kerk het volk van Christus, die haar basis heeft in het werk van Jezus op aarde en de oprichting van het Koninkrijk van God. In Jezus is er dus continuïteit en discontinuïteit ten opzichte van Israël en het Oude Testament.

Kijkend naar het eerste hoofdstuk, dan zo je verwachten dat daarna de gemeenschap als dynamiek tussen de gelovigen wordt benoemd en de relatie tussen gemeenschap en volk wordt toegelicht. Er wordt helaas terug gegrepen op sacramenten en de rol van de aangestelde priester daarin. De onderlinge verhoudingen in de kerk worden sacramenteel en liturgisch vastgelegd en de dynamiek wordt beteugeld. De ambtstheologie is en blijft de samenbindende factor in de Rooms Katholieke ecclesiologie. Ook al gaat Lumen Gentium uit van een gemeenschappelijk priesterschap, in artikel 10 en 12 van hoofdstuk 2 wordt een onderscheid gemaakt tussen de institutionele priester en het de “gewone” gelovige die op haar beurt priester is.

Je zou verwachten dat juist dit priesterlijk onderscheid tussen leek en clerus in een document als Lumen Gentium aan de orde gesteld zou worden. Met name wanneer men spreekt over de gaven van de Heilige Geest, blijkt het oordeel over de echtheid en het gebruik ervan toebehoort aan de leiding van de kerk. De dynamiek is daarmee ingekaderd door het instituut.

Een tweede aspect dat in dit hoofdstuk wordt benoemd zijn de lokale en de universele aspecten van de kerk. De katholiciteit van de kerk wordt verwoord door dit citaat:
Tot het nieuwe volk Gods zijn alle mensen geroepen. Daarom moet dit volk één en enig blijvend, zich uitbreiden over de gehele wereld door alle tijden heen, opdat zo het besluit van Gods wil verwezenlijkt wordt, die de menselijke natuur in het begin als één geschapen heeft, en zijn kinderen, die verstrooid waren, toch weer heeft willen samenbrengen.
Het samenbrengen in Christus is de taak van de kerk. De Rooms Katholieke Kerk ziet haarzelf als middel om de eenheid van de kerk te bevorderen en tot stand te brengen. De opvolger van Petrus heeft het primaat en beschermt eventuele kerkelijk verschillen. Vanuit dit artikel is onduidelijk op welke wijze dit tot stand komt. Ondanks de verschillen, werkt de Geest werkt in kerken die niet Rooms Katholiek zijn, De Geest geeft ook daar gaven en de sacramenten worden bediend. Toch blijft er een streven naar eenheid. Lumen Gentium roept dat ook op tot een beweging van de andere kerken naar de Rooms Katholieke Kerk.
Voor de verwezenlijking hiervan blijft onze Moeder de Kerk, bidden, hopen werken; en zij spoort haar kinderen aan tot zuivering en vernieuwing om het teken van Christus duidelijker te doen stralen op het gelaat van de Kerk.
Daarbij moet de kerk zichzelf aansporen tot vernieuwing, zoals het citaat duidelijk maakt (tegen het triomfantalisme en de societas perfecta). Zij moet zich blijvend keren naar Christus en het evangelie. Het geheel wordt besloten met artikelen die kijken naar anders gelovigen of niet gelovigen. Lumen Gentium biedt een openheid voor Moslims en mensen die het evangelie niet hebben gehoord. Daarnaast roept het op tot evangelisatie, daartoe roept Christus ons op.

Geen opmerkingen: